Je zwangere leerling kiest voor abortus

De leerling doet het keuzegesprek met een hulpverlener die zij vertrouwt.

Het keuzegesprek is een beslissende stap

Het meisje maakt zelf een goed geïnformeerde en weloverwogen keuze rond haar ongeplande zwangerschap, zonder dat ze onder druk staat van buitenaf:

  • Ze kiest voor het behoud van de zwangerschap
  • Of ze vraagt een abortus

Het is evident dat de hulpverlener begrip en respect toont voor de beslissing van het meisje.

Hulpvragen kunnen zijn:

  • Hoe ben je tot die beslissing gekomen?
  • Wie kan je steunen?
  • De druk voor abortus die op een tienermeisje wordt gelegd, is meestal subtiel maar alom aanwezig. Als een leerling voor abortus kiest, is het voor het latere verwerkingsproces erg belangrijk dat er wordt nagegaan of er geen druk is van buitenaf.

Het is aangewezen dat de leerling het beslissingsgesprek kan doen met een hulpverlener die zij vertrouwt.

Het is belangrijk dat de leerling daarna terecht kan bij de vertrouwensleerkracht/ zorgleerkracht om te reflecteren over het gesprek. 

Praktische informatie i.v.m. abortus 

  • Abortus mag tot de 12e week van de zwangerschap 
  • In elke provincie is een abortuscentrum 
  • Zes dagen vóór de ingreep vindt een eerste gesprek plaats, een medisch onderzoek en echografie 
  • Kostprijs: remgeld van enkele euro’s, systeem 3e betaler 
  • Goed informeren, ook over de latere verwerking van de abortus
  • Deze informatie wordt best gegeven door professionele hulpverleners

Het nagesprek na de ingreep

Er wordt een afspraak gemaakt voor een nagesprek, om te vermijden dat de leerling zich zou afsluiten na de abortus, zoals vaak gebeurt. Bij dit nagesprek kan ze vertellen over de ingreep en uiting geven aan haar gevoelens en emoties.

Het is ook belangrijk discreet te volgen hoe het met haar verder gaat in de school (depressieve gevoelens, schoolresultaten, omgang met de andere leerlingen, gedrag…).

Abortus betreft een geïnduceerd verlies. Dat wil zeggen dat het meisje zelf aan de basis ligt van het verlies. Dit gegeven maakt de verwerking soms heel moeilijk, zoals bij een rouwproces. Een langdurige nazorg is dan ook aangewezen. Ook is het altijd goed haar aan te moedigen om in samenspraak met het CLB gepaste hulp te zoeken als ze, ook veel later nog, het toch nog moeilijk blijkt te hebben.